Bijna iedereen in ons land heeft ervaringen met familieleden met een vorm van dementie. Dat is een direct gevolg van de vergrijzing. De kans op een dementie wordt groter naarmate je ouder wordt. Demografen kunnen de te verwachten aantallen mensen die in de toekomst te kampen krijgen met dementie vrij nauwkeurig voorspellen. Nu hebben in Nederland 200.000 mensen dementie. Ieder jaar krijgen 30.000 mensen de diagnose dementie. In 2030 zullen 320.000 mensen dementie hebben. De kosten voor zorg voor mensen met een dementie zullen behoorlijk oplopen. In 2003 werd al 3,1 miljard euro uitgegeven. Dat is 5,4 procent van de totale kosten van de gezondheidszorg in Nederland. Daarmee is dementie,na de verstandelijke handicap, de duurste ziekte in ons land. De kosten voor de zorg worden voor 99 procent gefinancierd door de AWBZ. De kosten voor zorg voor mensen met een dementie zullen de komende jaren dan ook fors oplopen. Een scherpe analyse van de samenstelling van de kosten en hoe die tot stand komen is dan ook belangrijk. In dit verband is het opmerkelijk dat 70 procent van de mensen met een dementie thuis woont en wordt verzorgd door hun naaste familie en de omgeving, de zogenaamde mantelzorgers. Maar slechts 2% van de totale zorgkosten wordt besteed aan thuiszorg. De overige 98 procent van de kosten worden gemaakt door verpleeg- en verzorgingshuizen.
Wat blijkt: de behandeling van mensen met een dementie komt op dit moment grotendeels op basis van ‘toeval’ tot stand en als gevolg daarvan ook de kosten.
Wat is er aan de hand? De zorg voor mensen met een dementie vindt plaat in drie circuits die onafhankelijk van elkaar (kunnen) werken. Het eerste circuit speelt zich af rond de thuiszorg en de verpleeg- en verzorgingshuizen. Dit circuit wordt gefinancierd door de AWBZ. Een tweede circuit bevindt zich binnen de GGZ. Daarbij gaat het vooral om ambulante zorg. Ook deze zorg wordt grotendeels gefinancierd door de AWBZ. Het derde circuit speelt zich af rond onze ziekenhuizen en wordt betaald door de ziektekostenverzekeraars. De drie circuits functioneren onafhankelijk van elkaar en toeval bepaalt in welk circuit de cliënt terecht komt.
De meeste mensen willen gewoon thuis blijven, ook mensen met een dementie. Dat lukt ook in de praktijk, 70 procent woont immers thuis. Tevens is het de goedkoopste oplossing, maar 2 procent van alle zorgkosten gaat naar thuiswonende mensen met een dementie. We moeten dus alles op alles zetten om mensen met een dementie zo lang mogelijk uit de dure instituten te houden met name door zorg en ondersteuning bij de mensen thuis te bieden.
Ik pleit daarom voor één circuit met één regie voor de zorg en begeleiding van mensen met een dementie en hun mantelzorgers. Het liefst vanuit één financieringsstroom. Doel moet zijn om mensen met een dementie zo lang mogelijk in hun eigen vertrouwde omgeving te houden, ook door familie en mantelzorgers te informeren en te begeleiden. Daartoe moet gespecialiseerde thuiszorg worden ontwikkeld waarbij ieder mens met een dementie een casemanager krijgt toegewezen Een casemanager die daadwerkelijk zorgt maar ook zorgt voor goede diagnostiek en behandeling. Een casemanager die de mantelzorg ondersteunt met informatie, advies en begeleiding. Een dergelijk circuit is nu al operationeel in Noord-Holland onder de naam Geriant. Tot volle tevredenheid van mantelzorgers, huisartsen en andere ketenpartners. De kosten voor deze zorg bedragen ongeveer 8 euro per dag per cliënt.
Friso Teerink is sociaal gerontoloog, lid van het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Gerontologie
Als u op dit nieuws wilt reageren kunt een een email sturen naar frisoteerink@bestuursadvies.nl