Ontschotting in de zorg heeft jarenlang op de agenda gestaan van zorgaanbieders en de politiek. Eén financieel kader moet het mogelijk maken om zorg beter te organiseren en dure vormen van zorg gemakkelijk kunnen vervangen door goedkope vormen van zorg. Ook zou de ontschotting de zo gewenste en altijd noodzakelijke samenwerking tussen de zorgaanbieders bevorderen. In het kader van de ontschotting is de WBO en de WBO financiering opgeheven en in de AWBZ opgenomen. De ontschotting heeft wel geleid tot de zgn. knip in de zorg. De knip tussen de cure, de verzekerbare risico’s en de care, de onverzekerbare risico’s. De modernisering van de AWBZ wordt zodanig ingezet dat de het verzekeringskarakter wordt benadrukt, vandaar de onafhankelijke indicatiestelling die als het ware de schadelast vaststelt. De functionele indicering moest leiden tot een gevarieerder aanbod zodat de keuzevrijheid van de cliënt kon worden benadrukt. Ook vormt de functionele indicering de peiler onder het Persoongebonden Budget, niet zomaar een speeltje van een paar hobbyisten, maar een kamerbreed gedragen principe om de vraagsturing in de zorg ook daadwerkelijk te steunen. De cliënt bepaalt uiteindelijk de aard en de omvang van de zorg, niet teveel maar ook niet te weinig.
Een tweede belangrijke meer maatschappelijke ontwikkeling is het feit dat het aantal mensen met een beperking als gevolg van een ziekte toeneemt en dat die mensen in toenemende mate steeds meer zelfstandig in de samenleving willen blijven wonen in plaats van in een zorginstelling. Deze mensen willen deelnemen aan de samenleving en hebben behoefte aan steun daarbij. Maatschappelijke participatie vinden ze belangrijker dan zorg. AWBZ-breed wordt geïnvesteerd in extramurale zorgconcepten, waarbij normaal wonen uitgangspunt is en de zorg rondom de cliënt wordt georganiseerd. Deze extramuralisatie heeft geleid tot het zogenaamde Wielborghdebat. In dat debat kwam de vraag centraal te staan of de AWBZ bedoeld is om de welzijnsfuncties te financieren die extramuraal worden aangeboden. Het antwoord was ondubbelzinnig neen! Intramuraal aangeboden staan deze functies niet ter discussie. De welzijnsfuncties maken een integraal deel uit van het aanbod verblijf. Het Wielborghdebat heeft geleid tot de conclusie dat er een nieuwe wet moet komen, de wet voor de maatschappelijke ondersteuning, uit te voeren door de gemeenten.
De gemeenten krijgen hoe dan ook een dominante rol bij de financiering van voorzieningen die er op gericht zijn het mensen ondanks beperkingen zo lang mogelijk in een normaal wonen situatie te handhaven.
Het verzekeringskarakter van de AWBZ zal steeds nadrukkelijker worden uitgewerkt, met steeds meer accent op de cure. Volgens de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg leidt dit tot opheffing van de AWBZ en daarmee het einde van de RIO’s en de zorgkantoren. Care wordt Communitycare, dicht bij de mensen onder regie van de lokale overheid. Intramurale zorg wordt cure, gericht op voorkomen, herstellen en dragelijk maken van ziekte op individueel niveau.
Friso Teerink is sociaal gerontoloog en beleidsmedewerker bij VDZ Nederland, de beroepsorganisatie van directies in de zorg.
Uw reacties zijn per email welkom op frisoteerink@bestuursadvies.nl .