Werken in de zorg is niet meer leuk. Het plezier in de zorg is verdwenen. Veel mensen verlaten de sector teleurgesteld. Teveel regels, teveel managers, teveel onzekerheid. De modernisering heeft geleid tot te veel bureaucratisering. De professionals laten zich teveel ophokken. Ze verliezen steeds meer de noodzakelijke professionele scharrelruimte. Niemand wil het en toch gebeurt het. De overheid wil minder reguleren en precies het omgekeerde gebeurt. De marktwerking moet leiden tot meer keuzevrijheid voor de klant en de fusies leiden tot monopolisten. De enige concurrentie is de markt van PGB-houders en hun koopkracht wordt systematisch met 25% verlaagd. Zij zijn aangewezen op een ander aanbod dan die van de traditionele zorgaanbieders. De overheid stuurt op beheersbaarheid. Allereerst aan de vraagkant. CIZ is een bureaucratisch orgaan, met veel protocollen en papieren. De meerwaarde wordt niet aangetoond. De roep om lichte systemen met veel professioneel begrijpen wordt steeds luider. Waarden als dicht bij de cliënt, de menselijke maat, wederzijds respect, maatschappelijk waardevol en verantwoordelijk, communicatief naar alle kanten, maatschappelijk geïntegreerd en gelegitimeerd worden weer belangrijk gevonden. Een tot in detail afgegeven indicatiestelling verhoudt zich moeizaam tot de dynamiek die leven heet , met goede en slechte tijden. De ruimte die dit biedt aan de zorgverleners wordt creatief benut, maar steeds kleiner gemaakt. Maar een belangrijk kenmerk van rigide systemen is dat ze voortdurend worden gesaboteerd. Ik ken daar heel veel voorbeelden van en dat stemt mij optimistisch. Veel kamerleden veroordelen dit soort gedrag, maar dat terzijde.
Gewone mensen spreken over liefdevolle verzorging die is verleend. Zorgverleners willen liefdevol verzorgen in een relatie met de cliënt die betekenis heeft. Ze roepen allebei dat dit grote goed wordt weg gemanaged. De roep om minder managers en minder regels wordt steeds luider. De managers ontlenen hun legitimiteit aan de toenemende regelgeving en verantwoordingplicht. De overheid wil beheersen en controleren. Na ieder incident roept de politiek om meer controle en regels. Ze zijn elkaars gevangenen en volstrekt afhankelijk van elkaar. De cliënten en de verzorgenden zijn het slachtoffer. Ik zie drie manieren om uit deze klem te ontsnappen. Allereerst moet het ondernemerschap worden geherdefinieerd. Geen commercieel ondernemerschap gericht op machtsvorming zoals dat zich nu voltrekt. Ondernemerschap dicht bij de mensen, geïntegreerd in wijken en buurten en samenwerkend met andere (eerstelijns-)systemen. Ondernemingen die zich maatschappelijk willen legitimeren en transparant zijn, de zogenaamde maatschappelijke ondernemingen. De tweede manier is de erkenning van de professional en het vergroten van de professionele scharrelruimte. Niet door tuchtrecht maar door zich dicht bij de cliënt te organiseren en te identificeren. Door zijn professionele handelingrepertoire te beschrijven en te verantwoorden. Door transparant te opereren en vanuit deze positie zich maatschappelijk te legitimeren. Veel verzorgenden, maatschappelijk werkenden en verpleegkundigen willen dat! Tenslotte de laatste en tevens de moeilijkst (be)grijpbare manier, die via leiderschap. Leiderschap in de zorg moet zich kunnen verbinden met mensen, moeten in staat zijn mensen aan te moedigen en ruimte te nemen. Leiderschap die zich richt op resultaten die vooraf worden gegaan door doelen. Maar vooral leiderschap dat zich wil verbinden met zorg, met mensen die zorg verlenen, met mensen die zorg ontvangen. Leiderschap dat het verschil maakt tussen goede zorg en middelmatige of slechte zorg. Ik zie in de zorg dit soort leiderschap, maar nog steeds veel te weinig.
U kunt op dit nieuwsbericht reageren door een mail te sturen naar frisoteerink@bestuursadvies.nl